Icons and filetypes with icons
- Date:
- Author: Stefan Cruysberghs
- Deze pagina is enkel in het Engels beschikbaar
Bitmap-afbeeldingen, vector-afbeeldingen en iconen.
Je kan op PC de grafische afbeeldingen eigenlijk onderverdelen in 3 categorieën; bitmaps; vector-afbeeldingen en iconen.
Bitmaps zijn afbeeldingen die een onbeperkte grootte kunnen hebben en waarbij de kleur van elk pixel (=puntje) bewaard wordt. Deze afbeeldingen hebben dan ook een eigen kleurenpallet (16 systeemkleuren, 256 kleuren, 16 miljoen kleuren, …). Vergroten en verkleinen van deze afbeeldingen gaat bijna altijd gepaard met kwaliteitsverlies. De meest gebruikte bestandsformaten voor bitmaps zijn :
- BMP : Windows standaard, maar grote bestandsgrootte
- JPG : veel gebruikt formaat in Windows en op het internet met de mogelijkheid tot compressie
- GIF : veel gebruikt formaat op het internet omdat het transparantie ondersteunt
- PNG : opkomend formaat dat op alle platforms (Windows, Linux, Mac) ondersteund wordt en ook transparantie met gradaties (=alphablending) kent
- PCX, TIFF, TGA, …
Vector-afbeeldingen bewaren geen pixels, maar coördinaten van lijnstukken. Hierdoor kan je deze tekeningen zonder kwaliteitsverlies vergroten of verkleinen. Deze tekeningen zijn dan ook nooit foto’s maar wel eenvoudige lijntekeningen of technische afbeeldingen. De meest gebruikte formaten zijn WMF, EMF, CGM. Deze afbeeldingen zijn qua bestandsgrootte meestal vrij klein.
Iconen zijn dan weer vergelijkbaar met bitmaps, alleen hebben ze een vaste grootte en ondersteunen ze transparantie. Vroeger bestonden er enkel iconen van 32 x 32 pixels en 16 kleuren. Ondertussen kan je ook iconen gebruiken van 256 kleuren en ook de groottes 16 x 16 en 48 x 48 kom je meer een meer tegen. De toekomstige Windows XP zal dan weer 24bit kleuren iconen ondersteunen. Elke applicatie in Windows (en Linux, Mac OS, ...) beschikt over zijn eigen iconen. Iconen worden in alle Windows programma’s gebruikt voor het tonen van afbeeldingen in menu’s, knoppenbalken, dialoogvensters, … en daarom verzamelen programmeurs deze vaak in een onderdeel van hun applicaties.
Programma’s en programmaonderdelen die iconen bevatten
- ICO : Icoon : Meestal één enkele afbeelding van 32 x 32 pixels. Tegenwoordig kunnen deze bestanden echter meerdere afbeeldingen (16 x 16, 48 x 48) bevatten waarvan er toch altijd maar ééntje zichtbaar is in Windows.
- CUR : Cursor : Een uitbreiding van de iconen zijn de cursors (CUR) die je gebruikt als muisaanwijzers. Deze cursors zijn op zich ook iconen alleen beschikken ze over een hotspot. Dit is de positie (x- en y-coördinaat) van de muisklik.
- EXE : Executable, Applicatie. Elke programma heeft minstens 1 icoon, maar heel vaak bevatten deze ook meerdere iconen in verschillende groottes. Ook bitmaps kunnen bewaard worden in EXE’s.
Voorbeeld : de iconen in de EXE van Microsoft Excel
- SCR : Schermbeveiliger, screensaver. Eigenlijk een soort EXE die door Windows opgestart wordt wanneer je PC een tijdje niet actief is.
- DLL : Dynamic Linked Library. Dit is eigenlijk ook een stukje programma (zoals een EXE, SCR) alleen kan het niet zelfstandig werken. DLL’s worden gebruikt om grote programma’s op te splitsen. Vaak worden hierin allerlei iconen bewaard.
Voorbeeld : SHELL32.DLL (terug te vinden in de Windows\System directory) bevat 431 iconen en 20 bitmaps.
- CPL : Control Applet. Dit zijn de programma’s die gebruikt worden in het Configuratiescherm. De bestanden hiervan kan je terugvinden in de Windows/System (of System32) directory.
- ICL : Icon library. Dit is een bestand waarin meerdere iconen bewaard kunnen worden. Deze ICL bestanden kan je vaak op het internet terugvinden.
- OCX : ActiveX component. Dit zijn ook componenten die gebruikt worden om toepassingen te programmeren. ActiveX is een technologie van Microsoft.
- BPL : Borland Packages. Deze kan je vergelijken met DLL en OCX bestanden maar worden enkel gebruikt door Borland Delphi en C++Builder.
- RES : Resource : Bestand met daarin alle afbeeldingen, iconen en cursors die in een EXE, DLL, OCX, ... gebruikt kunnen worden. Na het compileren van een applicatie worden deze resources opgenomen in de EXE, DLL, OCX, ...
- DCR : Delphi Component Resource : Resource bestand met daarin afbeeldingen van componenten.
- ANI : Bewegende cursor. Een ANI is een bewegende cursors (bv. zandlopertje) en deze bestanden bevatten meerdere CUR-afbeeldingen.
Voorbeeld