Kleinkunst: Bang om oud te zijn
Bang om oud te zijn
(Miek en Roel)
En hier de woorden die ik spreek
Kapot gebezigd zijn en bleek
Zichzelf oneindig maal herhalen
En ziek van onverschilligheid
De tekens van een nieuwe tijd
In termen van weleer vertalen
Wanneer ervaring wordt herkauwd
Tot zelfs wijsheid wordt beschouwd
Dan weet ik dat ik oud zal zijn
Weet ik dat ik oud zal zijn
Ik heb nog nooit de tijd gevreest
Die rimpels in m'n huid zal maken
Maar doet hij droog en zoutloos smaken
Wat fris en pittig is geweest
Dan ben ik bang om oud te zijn
Ben ik bang om oud te zijn
Wanneer berusting tot mij komt
In dagelijkse sleur vermomt
En ik haar graag zou binnen laten
En al wat pijn en vreugde heet
Tot een gewoonte is versteend
Die ik niet eens zo fel zal haten
Wanneer m'n hart zich aan de gloed
Van vroeger vuur verwarmen moet
Dan weet ik dat ik oud zal zijn
Weet ik dat ik oud zal zijn
Ik heb nog nooit de tijd gevreest
Die rimpels in m'n huid zal maken
Maar doet hij droog en zoutloos smaken
Wat fris en pittig is geweest
Dan ben ik bang om oud te zijn
Ben ik bang om oud te zijn
Wanneer de liefde langzaam slijt
En dan tot heimwee wordt herleid
Naar lang voorbije heldendaden
Omdat het mooiste spel verveelt
Als het te dikwijls wordt gespeeld
En men iedere zet vooraf kan raden
Wanneer ik liefde voor elkaar
Niet meer als telkens nieuw ervaar
Dan weet ik dat ik oud zal zijn
Weet ik dat ik oud zal zijn
Ik heb nog nooit de tijd gevreest
Die rimpels in m'n huid zal maken
Maar doet hij droog en zoutloos smaken
Wat fris en pittig is geweest
Dan ben ik bang om oud te zijn
Ben ik bang om oud te zijn
Ben ik bang om oud te zijn