News
Photos
Articles
Components
Applications
Kleinkunst

Kleinkunst: De verloren zoon

De verloren zoon (Trad. / Tekst: P. Libbrecht / Kadril)

De derde in de rij vaders jongste zoon Hij was pas twintig en eiste zijn loon Hij zou 't wel vineden liet z'n vrienden staan Zonder laatste groet is hij van huis gegaan Ze hebben van hem nooit meer iets gehoord 't Heeft hun leven zeker niet verstoord De zoon was verloren ergens overboord Hij droomt van verre landen zeilen naar de zon Een land met mooie stranden waar 't leven echt begon Maar boven alle lanen hield hij van de stad Waar hij alle zorgen en thuis vergat Waar hij in de morgen de grootste kater had Tot hij 's avonds een nieuwe liefde vond Liefde voor een glas of een mooie vrouwenkont Alle mooie kleuren van ogen mocht hij zien Alle zoete geuren ruiken bovendien In de liefste armen z'n dagelijkse troost Mooier was 't voor hem dan een wervelende kroost Levend in dromen rijker dan geeneen Zo is hij gestorven ergens heel alleen Niemand vroeg zich af waarom hij plots verdween Dit nachtelijk verhaal heeft hij zelf verteld Hetzelfde verhaal dat vele jaren telt Z'n leven is voorbij de sporen zijn gewist Na hem komt er een ander die in 't zelfde water vist Na hem komt een man die alles beter kan In z'n handen de resten van z'n loon 't Is reeds lang geschreven "de verloren zoon"