Kleinkunst: Een nieuw Hoogliedje
Een nieuw Hoogliedje
(Miel Cools)
glooiend is mijn liefste
als de groene oevers van de maas
sappig is mijn liefste
als het zomers weideland van waas
haar navel een bokaal waar ze kruidenwijn in schenkt
haar oksel een fonteinkan van nardusgeur doordrenkt
haar schoot een zachte hooiberg waarin ik slaap en slaap
haar buik een warme duinpan waarin ik schelpen raap
welvend is mijn liefste
welvend als het limburgs heuvelland
gloeiend is mijn liefste
schroeiend als het juli-noordzeestrand
doe mij open mijn zuster mijn liefste
mijn duive mijn volmaakte
want mijn hoofd is vol dauw
mijn lokken zijn vol druppels van de nacht
nijver is mijn liefste
als de gouden bijen bij de raat
vochtig is mijn liefste
als de najaarsvelden ’s avonds laat
haar ogen als de vennen waarin de maan verdrinkt
haar oren als de jakobsschelp waarin de zee weerklinkt
haar benen zijn twee zuilen en schragen mijn heelal
en in haar haren wouden weerklinkt mijn jachtgeschal
teder is mijn liefste
als de schaduw in de appelgaard
vurig is mijn liefste
als de vlammen lekkend in de haard
doe mij open mijn zuster mijn liefste
mijn duive mijn volmaakte
want mijn hoofd is vol dauw
mijn lokken zijn vol druppels van de nacht