News
Photos
Articles
Components
Applications
Kleinkunst

Kleinkunst: Het grootste gelijk

Het grootste gelijk (Miel Cools)

de harde triomf in jouw stem mocht dan loeien maar het was een triomf die in bloei kwam op steen en wat er aan planten op rotsgrond wil bloeien heeft stengels van leer en staat meestal alleen blaas jij de klaroen want dat klinkt onverschrokken maar ’t zeldzamer wild neemt geschrokken de wijk en zelfs als je ’n vreemde in bed weet te lokken dan lig je alleen met je grootste gelijk en het grootste gelijk heeft geen koesterende armen het grootste gelijk heeft geen vochtige mond het grootste gelijk kan je lijf niet verwarmen het grootste gelijk blijft een schrijnende wond je zit als een buste gesneden uit marmer een hoofd maar geen benen, een kin maar geen buik en ook al maakt drinken je hart niet veel warmer je vindt je gelijk in de ziel van een kruik de dorst die jij branden voelt is niet te lessen wat helpt één klein gietertje water de eik en als alles leeg is, je glas en je flessen dan zit jij weer vol met je grootste gelijk maar het grootste gelijk is het grootste ontberen het grootste gelijk heeft geen wachtende borst het grootste gelijk doet je huid niet vibreren het grootste gelijk is onlesbare dorst de eenzaamheid is een te wrede confrater maar isolement breekt van binnenuit baan gelijk lijkt een schelmse voldoenende sater tot hij met een grijnslach je eenzaam laat staan je krijgt ja en amen zolang het je goed gaat je schijnt met die bijval een prinsdom te rijk maar als dan je ziel en je leven bankroet slaat dan poft er geen vriend op jouw grootste gelijk want het grootste gelijk is een bodemloos water het grootste gelijk is een brekende kruik het grootste gelijk is een kermende kater jouw grootste gelijk is een mes in jouw buik