Kleinkunst: Juffrouw Jane
Juffrouw Jane
(Zjef Vanuytsel)
Ze is mooi als een engelen dat weet ze ook wel
ze is lief en ze doet nooit gemeen
met haar hemelse oogjes
en haar zachtzoete stem
is ze als van een vreemde planeet
de schone suzanna
de venus van milo
de mona lisa
verdwijnen voor haar als de sneeuw
dus je noemt haar nooit juffrouw
en je noemt haar nooit jane
je zegt alleen, JUFFROUW JANE
Met haar hoog-leren-laarsjes
en haar dijen zo slank
met haar borstjes, haar spannende jeans
met haar nageltjes purper
en haar benen zo rank
o mijn god, je weet niet wat je ziet
je valt steil achterover
zoals in het westen
destijds elke cowboy voor Calamity Jane
want ze heeft alles van Lilie
en alles van Dietrich
en zelfs ook van Monroe Marleen,
JUFFROUW JANE, JUFFROUW JANE
Al de jongens zijn stil
of ze stellen zich aan
als ze plots in hun midden verschijnt
de stemming wordt wild
maar is vlug naar de maan
als ze weer uit hun oogjes verdwijnt
versier me, dat vraagt ze
maar iedereen is bang
dat ze zou zeggen, o nee
dus blijft ze voor altijd, voor eeuwig en voor iedereen
juffrouw Jane
juffrouw Jaaaaane, JUFFROUW JANE