Kleinkunst: Niet bang zijn
Niet bang zijn
(Miel Cools, Tekst: Mieke Melgers)
Wanneer een zenuw bij je slaap
Opvallend snel gaat kloppen
En je pakt alweer een sigaret
Terwijl je wilde stoppen
Wanneer het even bij je mond
Gaat trillen en je praat te snel
Dan stel ik maar geen vragen meer
Want weet je, ik begrijp het wel
Heel duidelijk voel ik de angst
De onrust in je lijf
Want als ik in de auto stap
Wil je vragen of ik blijf
Heel dapper slik je dat weer in
Maar je hand raakt zacht mijn mouw
Je vraagt of ik voorzichtig rij
En je zegt: "Ik hou van jou"
Niet bang zijn, mijn liefste
Niet bang zijn voor morgen
Kom, geef mij je hand
Want ik loop met je mee
Niet bang zijn, mijn liefste
Niet bang zijn voor morgen
Je zorgen zijn lichter te dragen
Te dragen met twee
Wanneer dan 's avonds, na het journaal
De beelden vol ellende
Nog even op je netvlies staan
En je huilt om heel die bende
Wanneer je zegt: "Ik ben zo bang
Dat er mensen zijn die spelen
Het spel van vingers bij de knop
Met als inzet toch ons leven"
Dan kruip je stil tegen mij aan
Want je kan geen woorden vinden
Die zeggen wat je heel diep voelt
Om de toekomst van je kinderen
Toch vecht je telkens dapper door
Maar je hand ligt op mijn mouw
Je fluistert zacht
"Het gaat wel weer"
En dan: "Ik hou van jou"