Kleinkunst: Vroeger
Vroeger
(Miel Cools)
Vroeger was er zekerheid, alles stond toen vast
En je kon nog zonde doen, doodzonde zelfs
De kerk was toen nog lang geen poppenkast
En je kon nog aflaten verdienen, van die volle, weet je 't nog
Vroeger was er zekerheid, dachten we dan toch
Vroeger was er veiligheid en de hel was heet
En der was een hemel en een voorgebrocht, een vagevuur
En branden dat dat deed
Zelfs een onvolmaakt berouw was goed genoeg, je ziel ging niet teloor
Vroeger was er veiligheid, volgens de pastoor
Vroeger was er zedigheid en je wist van niets
Kijken naar een meisje was al zonde
En vooral wanneer het waaide op de fiets
Bloot dat was verboden, want de duivel ging der altijd onder schuil
Maar de lucht was proper toen en de sex was vuil
Vroeger was er moedermelk zonder deedeetee
En dat was gezond, want elk gezin dat was precies een heel orkest van Francis Bay
Vroeger was er moedermelk genoeg voor elk
Zelfs voor een groot gezin
Moeders waren beter toen en alles zat erin
Vroeger was er index in de literatuur
Nu schrijft zelfs de Standaard literair soms al artikels over boekjes vol "sex pure"
Vroeger was een achterwerk een achterwerk
Ik vond dat heel gezond
Nu is dat voorbij, want nu zeggen ze zo maar "kont"
Vroeger was er volgzaamheid en er was de paus
Die zei hoe het moest en hoe het mocht en hoe het kon
En je werd heilig met applaus
Vroeger wist je heel precies hoe ver het kon, in het bosch op het groene mosch
Vroeger was er volgzaamheid, nu lopen we lekker los, nu lopen we lekker los