Kleinkunst: Zinloos

Zinloos
(tekst: Hugette De Backer, 1993, muziek: Paul Heyninck, 2007)
Als jij en ik zo van elkander houden,
dat ons geluk zichzelf verduizendvoudde,
wie heeft het lef om dat kapot te maken,
wie heeft het lef toch om ons zo te raken?

Want oorlog is een vechten dat geen zin heeft
maar ik vecht voor de liefde die in mij leeft.
Soms zie ik ons nog dansen langs de straten,
heel vrolijk, want er waren geen soldaten.

Ons dorpje was zo mooi, zonovergoten
en nu zijn alle huizen stukgeschoten,
want oorlog is een vechten dat geen zin heeft
maar ik vecht voor de liefde die in jou leeft.

Herinner je de plek onder platanen,
daar zongen kind'ren over witte zwanen,
jouw vader en mijn vader zongen mee,
nu zingt of leeft er geen meer van de twee.

	Want oorlog is een vechten dat geen zin heeft,
	maar ik vecht voor de liefde die in jou leeft.
	Het schieten en de zinneloze moorden
	en tranen die de moeders ringeloorden

Dat is wat 'etnisch zuiveren' moet heten.
Wie heeft er toch de eerste steen gesmeten?
Want oorlog is een vechten dat geen zin heeft
maar ik vecht voor de liefde die in jou leeft.

	En niemand durft nog iemand te vertrouwen,
	de ene groep, een wolf met berenklauwen,
	de andere heeft gelijk en heeft granaten.
	Hoe kan een volk en ander volk zo haten?

Want oorlog is een vechten dat geen zin heeft
maar ik vecht voor de liefde die in mij leeft.
Op Cupido z'n pijl staat zware boete
daarom moet ik je achterbaks ontmoeten.

	Daarom staat op ons samenzijn een prijs,
	wij hebben liefde maar geen paradijs.
	Want oorlog is een vechten dat geen zin heeft
	maar ik vecht voor de liefde die in ons leeft.