Kleinkunst: Ballade der antiquiteiten
Ballade der antiquiteiten
(Willem Vermandere)
als g' ooit bie nachte mijn huis binnendringt
en mijn erf komt rondgeslopen
gekronkeld u lenig deur mijn venster wringt
doe geen moeite de deur is open
houdt dan je blik goe gericht op de grond
je zoudt u lelijk kunnen stoten
de rommel slingert hier overal rond
of je breekt u nog je dievepoten
van voor in mijn kamer staat mijnen teevee
met een dozeke om der mee te spelen
heel de regering pak ze maar mee
en Sue Ellen kan m' al lang nie meer schelen
d' r is ook nen pickup op de volgende plank
met platen van Vermandere
bedient u gerust 't is zonder dank
ik maak wel ne keer een andere
zoek je de boeken van Kristoffel Plantijn
het spijt me 't zal u nie lukken
hier geen incunables in leerke fijn
geen kostlijke wiegedrukken
'k hè wel den bijbel en histoire d' O
d' onmeuglijkste grollen en grillen
d' avonturen van God en van Cupido
om uwen geestelijken honger te stillen
van meubilair is't hier ook ni veel raars
gerief om t' eten en te drinken
geen tinnen of zilveren kandelaars
aleens nog geen koperen klinken
of een madonna in 't hout gesculpteerd
gobelins tot op den draad versleten
Sebastianus gepolychromeerd
zoete Jezus van den houtworm deurbeten
tableautjes, bibelotjes, geen postuurk' in bisuit
zal hier uwen dievezak vullen
laat staan broderietjes of chinoiserie
ik gruw van die nutteloze prullen
mijn kasten vol oud beduimeld papier
wil ik u gratis versassen
'k wverzeker u jaren lang intens plezier
an mijn belanstingspaperassen
amethisten, safieren, robijn of smaragd
geen perels, gee nsnoeren of kralen
juist mijnen trouwring, da's nog een gedacht
ge meugt hem direct komen halen
der ligt in de keuken nog wat brood en wat kaas
de beuter in de koele kase
zet u wat koffie, je zijt hier de baas
je vindt wel een lepeltj' en een tasse
't is toch wel wreed zo in't holst van de nacht
uwenboterham te moeten stelen
't ware zeker wel een schitterend gedacht
den boel hier ne keer t' herverdelen
dus pakkers en potters en grabbelaars
lange vingers en plakkende handen
verenigt u nachtlijke snuffelaars
antiquairegebroed aller landen
een soort Robin Hood dat ben ik nog niet
voor die schurken zal ik nie pleiten
als troost presenteer ik ze mijn dievelied
mijn ballade vol antiquiteiten
als g' ooit dus bie nachte mijn huis binnendringt
en mijn erf komt rondgeslopen
hoort naar den huisbaas die vrolijk zingt:
doe geen moeite de deur is open...