Kleinkunst: Café zonder bier
Café zonder bier
(Bobbejaan Schoepen)
Een strand zonder water of land zonder grond
Dat is al even erg als een steirt zonder hond
Maar je geld dat verdwijnt met je trouwe kassier
Dat is nog niet zo erg als een café zonder bier
Piet Drinkers z'n vrouw stak het geld in haar zak
En ze liet hem alleen onder 't echtelijk dak
Maar ze schreef toch nog gauw op een stukske papier
Dat is nog niet zo erg als een café zonder bier
Een man werd veroordeeld en kreeg levenslang
Met rijkswacht van dienst moest hij mee naar 't gevang
Toen hij droef in z'n cel stapte zei de cipier
Dat is nog niet zo erg als een café zonder bier
Toen Janssen ging zwemmen in Leopoldville
Botste hij met geweld tegen een krokodil
En van schrik zwom Jan Janssen van Congo naar hier
Maar dat is nog niet zo erg als een café zonder bier
Ja, dit is een lied dat m'n leven vergalt
En ik weet ook nog niet of het u wel bevalt
Ik ben hier aan het zingen maar ik heb geen plezier
Ik vind dat toch zo triestig, een café zonder bier
Er vloog een mazoutvuur in brand in m'n straat
toen de brandweer verscheen was het al veel te laat
heel 't huis lag in as en er riep een pompier:
dat is nog niet zo erg als een café zonder bier