Kleinkunst: De ouders
De ouders
(De Vaganten, tekst: Anton Van Wilderode, muziek: Paul Heyninck)
de ouders enkel bleven om te treuren
in hun geledigd huis van vroeger achter
waar zij de wederkeer der zoons verwachtten
toen geen terugkwam sloten zij de deuren
en liepen met verdrietige gedachten
de wegen westwaarts door de zomernachten
hun starlings ijlgeschreide ogen zagen
de dorpen nauwelijks waarlangs zij kwamen
en niet de kinderen met andere namen
rumoerend achter toegegroeide hagen
berichten die zij gaandeweg vernamen
verzwegen zij voergoed alleen en samen
hun zoons waren niet langer meer soldaten
maar knapen uit de ongeschonden dagen
met vrolijkheden en geringe vragen
scholieren later heerlijk uitgelaten
en jongemannen die met welbehagen
hun veel te mooie uniformen dragen
een stad voorbij, een lange weg ten einde
hielden de ouders stil - ze waren node
en voor de toekomst niets dan echtgenoten
die keken naar de weerschijn van de weide
waar op een groeizaam zomerbed van zoden
de zerken lagen van de jonge doden
en bleven doodstil staan, armen en handen
aaneengesloten zonder holten tegen
hun langzaam lichaam, monden moegezwegen
gereed om zonder adem te verzanden
om steen te worden, knielend neergezegen
onder de lafenis van lange regen