Kleinkunst: De tovenaar
De tovenaar
(Stef Bos)
Langs de grachten
Door de stegen
Lopen wij naar de duivel
Langs Gods wegen
Want wij volgen
Blind...voor het gevaar
De tovenaar
De toren van de stad vervaagt
Het lijkt alsof de wind ons draagt
Hoger, hoger, hoger
Ik zie de was die hangt te drogen
Al zou de tovenaar aan het eind
Een rattenvanger zijn
Dan is het nog de moeite waard
Want hij is een tovenaar
Hij kan sterren
Laten vallen
Hij kan de dagen
Laten vliegen
Hij kan ons allemaal bedriegen
Wij nemen het voor waar
Voorwaar, hij is een tovenaar
Met zijn woorden
Bouwt hij een brug
We zijn opweg
Er is geen weg terug
Het wonder blijft bestaan
Zolang je niets verklaart
Dat zegt de tovenaar
En hij wandelt
Over water
Hij bevriest de tijd
Het wordt nooit meer later
Hij heeft duizenden gezichten
En hij spreekt zoals een dichter
En ik laat hem maar
Want ik geloof niet wat ik zie
Ik volg wel maar ik luister niet
Ik loop alleen in deze rij
Zolang ik dicht bij haar kan zijn
Want ik volg alleen voor haar
De tovenaar