Kleinkunst: Delierelierium pompom
Delierelierium pompom
(Arjaun, tekst: Walter Evenepoel, muziek: Wilfrid Moonen)
‘k loop door de gang, het licht gaat aan
en ik zie jou daar twee keer staan,
je zit te schudden met de muur
en ik vlieg met mijn creatuur
tegen de trapleuning of zo
‘k probeer nog slappekes “hello”
ik doe mijn best om flink te zijn
maar ‘k raak met moeite overeind.
Ik waggel met onvaste tred
en laat me vallen op mijn bed
dat plots gaat draaien in het rond,
de vloer schuift weg onder ‘t plafond,
de zoldering komt naar omlaag
en stort te pletter op mijn maag.
Dan voel ik plots een vreemd gebruis
en ik weet “jong, dit is nie pluis”.
Verzuurde wijn en weet ik veel
komt opgeborreld in mijn keel.
Ik was er zeker in gestikt
had ik het weer niet ingeslikt.
De druk verhoogt rondom mijn gal
met minstens tien hecto-Pascal
en als er dringend niets gebeurt
dan weet ik dat mijn schedel scheurt.
Ik weet, het klinkt natuurlijk stom,
maar als ik dit te boven kom
dan kan je der verdomd op aan,
ik zweer’t, ik raak geen bier meer aan!
‘k Vervloek jenever en lambiek
‘t gedacht alleen al maakt me ziek
ik hoef geen wijn of whisky meer
of toch ... niet meer zo veel in ene keer.