Kleinkunst: Dikkertje Dap
Dikkertje Dap
(V.O.F. de Kunst)
Ah (oeh)
Dikkertje Dap klom op de trap 's morgens vroeg om kwart over zeven
Om de giraf een klontje te geven
Dag giraf zei Dikkertje Dap weet je wat ik heb gekregen
Rode laarsjes voor de regen
't Is toch niet waar zei de giraf
Dikkertje Dikkertje Dikkertje Dikkertje ik sta paf hee
Oh giraf zei Dikkertje Dap ik moet je nog veel meer vertellen
Ik kan al drie letters spellen
ABC is dat niet knap ik kan ook al bijna rekenen
Ik kan ook mooie poppetjes tekenen
Lieve deugd zei de giraf
Kerel kerel kerel kerel ik sta paf
Zeg giraf zei Dikkertje Dap mag ik niet 'ns even bij je
Stiekem van je nek afglijen
Zomaar eventjes voor de grap denk je dat de grond van Artis
Als ik neerga heel erg hard is
Stap maar op zei de giraf
Stap maar op en glij maar af
Oeh oeh oeh
Oeh oeh oeh oeh
Oeh oeh oeh ah
Dikkertje Dap kwam van de trap met een griezelende grote stap
Op de nek van de giraf
Zette Dikkertje Dap zich af
Daar gleed hij met een vaartje
Tot het einde van het staartje
Oeh ah
Dag giraf zei Dikkertje Dap morgen kom ik toch weer hier met de trap
(Morgen kom ik toch weer hier met de trap)
Morgen kom ik toch weer hier met de trap
(Morgen kom ik toch weer hier met de trap)
Of op de fiets