Kleinkunst: Een doodgewone jongen
Een doodgewone jongen
(Bram Vermeulen)
Daar loopt een doodgewone jongen
Doodgewoon op weg naar huis
Niemand ziet het, niemand weet het, maar
Overal loert gevaar
Je moet honderd meter, adem in,
niet op de stoepnaren staan
Zingen langs de blinde muur,
Anders komen ze d'eraan
Je moet ogen dicht langs het portiek
Je moet nooit omkijken op straat
Elke lantaarn raak je aan
Anders is het te laat
Je moet voor je kijken,
Je moet niets laten merken
Je moet net zo doen
alsof je 't gewoon doet
En het hart pompt hijgend, en het hart pompt hijgend
En het hart pompt hijgend hard.
En het hart pompt hijgend, en het hart pompt hijgend
en het hart pompt hijgend hard.
Je moet oversteken op het zebrapad,
Alleen op de witte banen staan
Je moet stappen tellen tot de hoek
Anders gaan we eraan
Je moet met drie treden de trap op
Op een been blijven staan
Niet bewegen tot de deur opengaat
Anders is het te laat
Je moet nergens aan denken
Je moet doodgewoon wachten
Je moet nooit laten merken dat je bang bent
Dat weten ze, dat ruiken ze, dat zien ze aan je rug.
En het hart pompt hijgend, en het hart pompt hijgend
En het hart pompt hijgend hard.
En het hart pompt hijgend, en het hart pompt hijgend
En het hart pompt hijgend hard.
Mama,
Doe open, Mama
Mama,
Mama, ze komen, Mama
Mama, ik ben het, ik ben het, ik ben het
En het hart pompt hijgend, en het hart pompt hijgend
En het hart pompt hijgend hard.
En het hart pompt hijgend, en het hart pompt hijgend
En het hart pompt hijgend hard.
En het hart pompt hijgend, en het hart pompt hijgend
En het hart pompt hijgend hard.
En het hart pompt hijgend, en het hart pompt hijgend
En het hart pompt hijgend hard.