Kleinkunst: Geluk
Geluk
(Miel Cools, Tekst: Mieke Melgers)
Ik hou van de rust die ik vind aan het water
Een dagje gaan vissen, alleen met mijn zoon
De hengels, het bootje, de kan warme koffie
Het brood in een krant, ach, het lijkt zo gewoon
En ineens merk ik dan: wat wordt hij volwassen
Hij denkt en hij praat nu precies als een man
Kijk, zo'n moment zou ik vast willen houden
Geluk zijn de woorden die ik niet zeggen kan
Een winterse avond en thuis met de vrienden
Een heel goed gesprek bij het vuur van de haard
En iemand vertelt die verhalen van vroeger
Ik open de fles die ik nog had bewaard
De wijn in die fles werd gerijpt door de jaren
Ik proef nog de zon en de warmte en dan
Zou ik zo'n avond wel vast willen houden
Geluk zijn de woorden die ik niet zeggen kan
Soms maak ik een lied, op de vreemdste momenten
Ik loop er soms dagenlang mee in mijn lijf
Maar opeens is het daar en ik ben er zo blij mee
Een stuk van mezelf, wat ik zing, wat ik schrijf
Misschien zit het toch in die simpele dingen
Blij met zo'n lied, voor die man, voor die vrouw
Misschien, heel misschien heb je geen woorden nodig
Wanneer je wil zeggen: Ik ben er voor jou