Kleinkunst: Ik plantte ne keer patatten
Ik plantte ne keer patatten
(Willem Vermandere)
ik plantte ne keer patatten, patatten, patatten
ik plantte ne keer patatten in mijne grond
wa komt eruit gekropen, gekropen, gekropen
wa komt eruit gekropen uit mijne grond
één twee drie landmeters, landmeters, landmeters
één twee drie landmeters uit mijne grond
en ze slaan daar overal takjes, takjes, takjes
ze slaan daar overal takjes in mijne grond
en wa groeit er aan die takjes, die takjes, die takjes
wa groeit er aan die takjes in mijne grond
kranen en bulldozers, bulldozers, bulldozers
kranen en bulldozers in mijne grond
en heel den dag maar scheppen, maar scheppen, maar scheppen
en heel den dag maar scheppen van mijne grond
en heel den dag maar gieten, maar gieten, maar gieten
en heel den dag maar gieten op mijne grond
en wat is’t dat ze daar gieten, daar gieten, daar gieten
wat is’t dat ze daar gieten op mijne grond
‘t is beton en asfalt, asfalt, asfalt
‘t is beton en asfalt op mijne grond
bovenop mijn patatten, patatten, patatten
bovenop mijn patatten in mijne grond
en’t begon ferme te stinken, te stinken, te stinken
‘t begon ferme te stinken op mijne grond
en dat duurde zo wa maanden, wa maanden, wa maanden
dat duurde zo wa maanden op mijne grond
maar dan komt de koning, de koning, de koning
dan komt de koning op mijne grond
dan komt ook de minister, de minister, de minister
dan komt ook de minister op mijne grond
en’t begon nog meer te stinken, te stinken, te stinken
‘t begon nog meer te stinken op mijne grond
en dan komt ook heel ‘t leger, heel ‘t leger, heel ‘t leger
dan passeert heel ‘t leger langs mijne grond
en honderdduizend toeristen, toeristen, toeristen
en honderdduizend toeristen langs mijne grond
en wat vragen die toeristen, die toeristen, die toeristen
wat vragen die toeristen langs mijne grond
zeg, verkoop je geen patatten, patatten, patatten
verkoop je geen patatten van uwe grond !?