Kleinkunst: 't Jeugdig groen
't Jeugdig groen
(Laïs)
Nu ben ik hier alleen in 't jeugdig groen
Waar is mijn lief, waar zal ik ze zoeken ?
Waar mag ze zijn, die ik bemin ?
Waar mag ze zijn mijn tere vriendinne ?
Ik, ik hoor haar komen, ik hoor haar komen
O, wat een verdriet
Zij die daar komt, nee zij is het niet
Zij die daar komt, nee zij is het niet
Ik leg mij neer al onder enen boom
Ik leg mij neer om wat te slapen
Terwijl ik sliep had ik een droom
Terwijl ik sliep om vreugd te rapen
O wat een verdriet, o wat een verdriet
O wat een verdriet, zij is het niet
Terwijl ik sliep kwam zij daar bij mij
Terwijl ik sliep kwam zij daar spelen
Och here toch, die haar behaagt
En die komt mij nu bespeuren
Zij komt daar spelen, zij komt daar spelen
O, wat een verdriet
Zij die daar speelt, nee zij is het niet
Zij die daar speelt, nee zij is het niet
Ik kuste haren rode mond
Ik kuste haar alsof ik beve
Riep er ik : Maak mijn hart gezond
Dat ik in dit jong hart herleve
Tere vriendinne, tere vriendinne
O 't is door de min
Trek mij tot u, O schone engelin