Kleinkunst: Rozegeur
Rozegeur
(Herman van Veen / R. Chrispijn)
Als een schaduw valt de avond
op een door-de-weekse dag
en de dinsdag wordt begraven
en de radio speelt Bach
en de kinderen zijn onrustig,
want ze willen niet naar bed
't is een slopende idylle
in een veel te dure flat.
En vandaag is het de elfde
en hij is precies hetzelfde,
als de twaalfde of de tiende
ik kreeg wat ik verdiende
rozegeur, maneschijn
rozegeur, maneschijn
roze schijn.
Je zit zo stil te lezen
en ik zeg zacht je naam,
omdat je zo ver weg bent,
verbaasd kijk je me aan,
de vaste vloerbedekking
kleurt prachtig bij je jurk
en de slaapbank die we kochten,
omdat ik 's nachts zo snurk
en vandaag is het de elfde
en hij is precies hetzelfde,
als de twaalfde of de tiende
ik kreeg wat ik verdiende
rozegeur, maneschijn
rozegeur, maneschijn
roze schijn.
De buren hebben boven weer eens ruzie
en ik hoor
hem vloeken en haar kijven,
dat komt bij ons niet voor
je hebt me van de kroegen
en de eenzaamheid gered,
maar de stilte is gebleven
en we gaan maar vroeg naar bed
en vandaag is het de elfde
en hij is precies hetzelfde,
als de twaalfde of de tiende
ik kreeg wat ik verdiende
rozegeur, maneschijn
rozegeur, maneschijn
roze schijn.