Kleinkunst: Sarah
Sarah
(Herman Van Veen)
Tegen de wind
in over de dijk
bij de brug het grindpad af
dan voorbij de boerderij
waar Sarah Levi
die ik lief vind woont
Sarah Sarah wezenkind
ondergedoken voor de wind
de dodenwind die altijd
uit het Oosten komt
dat Sarah gek is
zegt ze niet
dat ze normaal is
ook niet
Mama zegt dat Sarah
anders is
dat Sarah
Sarah is
Ver van dorpen
ver van steden
Sarah, kom beneden
Sarah kom je spelen
dat je van me houdt
dat je met me trouwt
Sarah, Sarah danst
in haar bonte schort
Sarah houdt van blote billen
als het warm wordt
van enge dingen
als het donker wordt
Kijk ik ben een ridder
en ik vecht voor God
wolken braken vlammen
Sarah
ik ben Lancelot
Lancelot
Krijt krast wat ik weten moet
van Bali
Soembawa
concentratiekampen
Sarah
Hiroshima
dood van Pierlala
Sarah trekt haar jurk uit
Sarah Sarah bloot
Sarah fluistert, lieve God
kersen stromen
uit mijn schoot
Sarah uit alle vrouwen komt
zoals eb en vloed
zoals herfst en lente
soms een beetje bloed
Sarah wees gerust
ik weet het van mijn zusje
ik breng je wel naar bed
en geef je dan een kusje