Kleinkunst: Stadskoepletten
Stadskoepletten
(Wannes Van De Velde)
'k stond te dromen aan mijn deur
'k was aan 't klappen met de mussen
'k stond de dromen aan mijn deur
maar toen kwaamde gij er tussen
met uw ogen en uw kussen
en nu zit ik in 't malheur
'k stond te dromen aan mijn deur
alle straten van de stad
lagen blinkend in de regen
alle straten van de stad
en de regen was verlegen
want hij had ambras gekregen
dat 'em zo geregend ahd
op de straten van de stad
'k had ne vetplant gesoigneerd
met geduld en concentratie
'k had ne vetplant gesoigneerd
maar toen viel 'em in de gratie
van een meisken aan de statie
mijne plant is gekreveerd
'k had ne vetplant gesoigneerd
houd uw billen nu wat stil
draait zo fel niet met uw ogen
houd uw billen nu wat stil
laat uw zuchten nu maar zwijgen
want ge kunt me toch niet krijgen
't is een ander die ik wil
houd uw billen nu wat stil
van den allerbeste wijn
zou ik geren willen drinken
van den allerbeste wijn
maar ik zou er niks aan vinden
op mijn eentje, zonder vrienden
't zou 'ne zuren beker zijn
van den allerbeste wijn