Kleinkunst: Thuis ben
Thuis ben
(Hans De Booy / Pieter De Boer)
Als 's morgensvroeg d'r haar nog een waaier ligt,
ze rekt zich uit d'r huid is zacht en bezweet
Als 's morgenvroeg haar dag begint voordeinen dicht
de eersten uren nog niet aangekleed
Dan weet ik dat ik thuis ben,
dan weet ik dat ik thuis ben,
dan weet ik dat ik thuis, thuis ben
Als 's middags de wielen van mijn auto gonzen
En mijn zonnebril begint te gloeien
Als 's middags mijn hoofd begint te bonzen
en ik d'r adem in mijn hals al haast kan voelen
Dan weet ik dat ik bijna thuis ben,
dan weet ik dat ik bijna thuis ben,
dan weet ik dat ik bijna thuis ben
Als 's avonds de lichten dan langzaam aangaan
En de verliefden samen drinken uit een glas
Als ze tegen mij aanleunt, zacht versleten jeans aan
Zij houdt van mij en ik hou haar vast
Dan weet ik dat ik thuis ben,
dan weet ik dat ik thuis ben,
dan weet ik dat ik thuis, thuis ben
Ja, dan weet ik dat ik thuis ben,
dan weet ik dat ik thuis ben,
dan weet ik dat ik thuis ben