Kleinkunst: Wiegelied
Wiegelied
(Miel Cools)
Slaap, kleine prins, en droom nog maar even
Droom maar zolang je een droom wordt gegeven
Droom van een wereld met slagroom erop
Want later dan gooien ze die naar je kop
Jij bent nog zo jong maar je word al bewonderd
Je telde daarnet zonder haperen tot honderd
Ik word dan wat bang want dat cijfers citeren, heeft Werner von Braun vroeger ook moeten leren
Die heeft in zijn jeugd ook veel letters gespeld, die heeft voor het eerst eens tot twintig geteld
Z'n vader wist ook niet dat na al die dromen wat later een echte Star Warr zou komen
Slaap, kleine prins, en droom nog maar even
Droom maar zolang je een droom wordt gegeven
Later dan komt er van dromen niet veel
Je sterft misschien jong voor wat zwart, rood en geel
Ik zag je vanmiddag nog spelen verzinnen, met uit de buurt zes of zeven vriendinnen
Je deed het zo dacht ik een beetje James Bond-ig, al is dat zo jong op jouw leeftijd niet zondig
En eerlijk gezegd, ik was een beetje jaloers
Want later dan moet je veranderen van koers en doe je dat niet roept de buurt al te gader
't Valt niet te verwonderen met zulk een vader
Speel, kleine prins, speel met je vriendinnen
Speel maar zolang je niet hoeft te beminnen
Nu noemt de buurvrouw zo'n kind sociaal
Maar later dan vind ze zoiets een schandaal
Dus plons in het bad en spat als een kikker
Ren door het huis in je kletsblote flikker
Trap maar je bal door de ruit van de buren en loop door de plassen en schrijf op de muren
Word maar verliefd op de juffrouw op school, maak van de melkboer een superidool
Bid maar tot God om wat haar op je benen, huil maar eens uit om die trap op je schenen
Huil, kleine prins, ach huil nog maar even
Huil maar zolang je een traan wordt gegeven
Huil maar, en speel maar en zing maar en dans
Want later dan mag dat alleen in romans