News
Photos
Articles
Components
Applications
Kleinkunst

Kleinkunst: Rozane

Rozane (Wim De Craene)

Weet je nog die nacht, Rozane, dat we samen op de stoep Dat we lachten omdat huilen zoveel meer pijn doet dan geroep Dat we de jenever proefden bij die oude, gekke Gust Al wisten we dat alcohol de pijn laait maar niet blust. Ik had best iets willen schrijven op de voering van je jas Waar je me steeds kan vinden als je zin hebt in een glas Hoe je langs het muurtje zo binnen komt in huis De achterdeur staat open, alleen de poes is thuis. Weet je nog hoe ik vertelde hoe pijnlijk het afscheid is Hoe traag een schip de kaai afvaart, hoe lang het wuiven is Voordat het schip een stip wordt, dat helemaal verdwijnt En hoe lang je nog zal blijven in de havenkroeg bij Stijn. En toen we afscheid namen, was ik rotsentimenteel Ik wou voor ‘t laatst met jou naar bed en God, het scheelde echt niet veel Niemand was die nacht, Rozane, zo gek als wij, ons twee Hoe raar het ook mag lijken, 't viel allemaal wel mee. Toen zag ik pas dat Prinsenhof de naam was van de straat De straat waarin je woonde, de straat met jouw gelaat Ik herinner mij de stoepen en het schoongeveegd trottoir De bakker met vakantie met ervoor de voddenkar. Van wat er toen gebeurde zal niemand iets vernemen Het was er koud, Rozane, en wij, wij zouden afscheid nemen Er waren geen geraniums, geen straatmus was erbij Ik had zachtjes willen huilen, maar ook dat ging voorbij. Rozane, Oh, Rozane, Oh, Rozane, Oh, Rozane. Oh, Rozane, Oh, Rozane, Oooooh, Rozane. Oh, Oh, Oh, Ooooh.