Nieuws
Foto's
Artikelen
Componenten
Applicaties
Kleinkunst

Kleinkunst: De oude schute

De oude schute (Arjaun, tekst: Walter Evenepoel, muziek: Wilfrid Moonen)

Het hout van schute is oud en vermolmd, de klampen gebarsten, de halmstok gekromd, de stringen gerafeld, de zeilen verweerd, de glorie verdronken, de kansen gekeerd. Ik zit op de rogbank en kijk naar de mast, hoe oud hij ook is, hij staat er nog vast. Hij draagt met zijn armen het hele gebint en zet zich voorlopig nog schrap tegen wind... Maar ik kan nog niet zonder ‘t geruis van de zee. Al willen mijn leden, mijn lijf niet meer mee, toch kies ik de golven, ik krijg niet genoeg. Zolang dat het water nog wijkt voor mijn boeg wil ik vissen en varen, in wel en in wee om te vechten, te vrijen met de woedende zee. ‘t Geklots van het water, de ziltige wind, het stampen, het rollen, als de wieg van een kind. ‘t Gehuil en ‘t gerommel, Neptunus die lacht onder de donkere koepel van een ijskoude nacht. En ik met mijn schute, daar dwars tegenin op weg naar de morgen, naar een blinkende kim. Met gekrijs van de meeuwen, de nabijheid van ‘t land als de wal ligt te wachten op een zilveren strand... Echt, ik kan nog niet zonder ‘t geruis van de zee. Al willen mijn leden, mijn lijf niet meer mee, toch kies ik de golven, ik krijg niet genoeg. Zolang dat het water nog wijkt voor mijn boeg wil ik vissen en varen, in wel en in wee om te vechten, te vrijen met de woedende zee. Ik hoop dat ik ooit op een winterse dag voor één keer alleen eens het water op mag, en nog één keer de kracht van de golven mag zien en het flitsende licht van de bliksem, misschien. Ook al zal zonder twijfel dat laatste gevecht in mijn nadeel en dat van mijn schip zijn beslecht als de boeg scheurt, de mast breekt, het hart van mijn boot wil ik saam met mijn schute vergaan in de dood... En dan word ik één met ‘t geruis van de zee. want dan neemt ze mijn leden, mijn lijf met zich mee, dan breken de golven door iedere voeg en splintert het water de krakende boeg dan neemt zij mij, neemt mij voorgoed met zich mee, mijn enige liefde, de woedende zee.